Zien

Jaren heb je bril gelopen,

zat als schele in de klas,

maar je ogen gingen open

toen je eens gehuwde was.

Vergeten

Een mens moet weten, ook vergeten,

zodat die ook eens klagen mag.

Je hebt veel in de put gezeten,

het diepste was in Winterslag!

Nar

Je bent wat zot in ’t viefst van jouw gedachten,

Er zit in ’t vinnigst daar een nar ten troon

Die satire grapt weer buitelgewoon

De mensen lachen: weg met zuurpruimvrachten.

Vrij naar Willem Kloos

Ziezo

Ziezo! Ol(ijk)aertse rijmpjes,

telkens jij weer in de put zit:

lettergrepen plakken met pritt

én verdriet verdrinkt in geintjes!