Paul van Ostaijen

Ach meisje met dat iets op de waas van het net net net

ach snoet naast het kuiltje

ach mond bij het kuiltje

ach vieverdje-vief met de gein

en

believerdje-lief met de pret

pret en gein

van het lieverdje-lief

goeie lach

Aa-ach lief

ach lieve lief

dag groot missertje mijn

Simon Carmiggelt

Schrijven is schuiftrompet voor intimi. De jazzy Carmiggelt had van de grote Elsschot deemoedig onthouden dat de schaduw werpende Willem geen fictie had, maar wel meesterlijk kon herschuiven. Simon Carmiggelt richtte zijn grote oren te luisteren naar spitante weerklanken, het linkse in en met het rechtse nog aan het vissen.

Als Simon Carmiggelt geen inspiratie had voor zijn dagbladige stukjes, hield hij toch zijn Parool en pakte uit met snedig proza van anderen. Met korte aforismen en citaten heeft hij zich lang bezig gehouden. Zijn Carmiggeltisme zorgde er voor, dat de Vlaamse aforist, Julien De Valckenaere, een leesvaderland kreeg onder de vlag van vermiljoen, wit en kobaltblauw. En zelfs cabaretier Wim Kan werd er door aangescherpt, tot zoveelste lachbui en onweer. Ook het boekje Kort van A. Roland Holst kreeg Carmiggelt als de immer gevraagde inleider.

In de eind jaren zeventig droomde ik van een pietlullig boekje Aforismen. Het werd al niet langer gestencild, maar geoffset door een huisdokter, die ook eens graag doordrukte en geplakt gekaft in een sociale werkplaats. Stukjes, van reeds veel eerder vergeten en geplubliceerde tekeningetjes, kreeg ik gratis te leen van Stef, die ik nooit meer te zien kreeg, omdat hij het voor bekeken hield. Dit geplande misbaksel stuurde ik ongevraagd richting Amsterdam, tegenover het Weteringsplatsoen, naar Huize S. C. en Tinny.

Op een allergewoonste dag kreeg ik plots een bruin pakje, met nog een lichter koordje, met vreemde zegels. Uit Amsterdam!

Nu nog is het een hevig geel boekje, van nauwelijks eenenvijftig pagina’s. “Speciaal voor u” staat er in guitige letters. En dan in zijn Carmiggelts handgeschrift: “Om u te danken voor uw puntig boekje, dat ik met veel genoegen las. Met hartelijke groet.” Getekend: S. Carmiggelt.

De Colophoon vermeldt: “Dit boekje bevat een dozijn verhaaltjes die door S. Carmiggelt, onder het pseudoniem Kronkel, werden geschreven voor de Parool Pers. Het is gezet uit de letter Janson en gedrukt op Fennia papier bij Randstad Publicaties b.v. te Aalsmeer. De illustraties zijn van Charles Boost. Het is niet in de handel.”

Een boekje als een ander, maar ondanks mijn vele boeken waarover ik mag beschikken tijdens deze levensleen, een ander boekje in de wandel.

Pimpelpret

Je had weer pimpelpret, te weinig ernst gehad en raakt niet meer in bed, al ben je ládderzat.

Eerste klas

Geboren als tweede keus,

een derde keer nooit de goede,

gevierendeeld,

niet eens het vijfde wiel aan de wagen,

het zesde zintuig nooit gevonden,

de zeven wijzen niet tegengekomen

en je toch eerste klas voelen.

In de eenzaamheid.