’t Is ’n groot mijnheer,

van prestatie-eer,

in ernst en luim:

André van Duin!

Ach, zo een kers

is niet pervers:

het pitje

zit in je!

Op deze aardkloot

gaat iedereen dood!

Wat je hebt gehad,

dat is dan al dat …

Tegen stoeffatsoen

zijn er veel grappen.

Humor kan pijn doen,

zoals lol trappen …

Oa, koste poene sjiette,

zoe wei het griehne groas,

dan zoehgste meenig meilke

dat groazentaere woas!

(+- O, konden kussen schieten, zoals het groene gras, dan zag je menig muiltje, dat grazende was.)

Flink gaan zwemmen aan de Molenvijver,

dat was destijds ook vaak nog meer kijken.

O, die puberteit had wel veel ijver;

zou ook aan de kleedhokjes wel blijken!