Bad

Je zingt in ’t bad je hees,

maar soms heb jij geen pret.

Je weet precies welk vlees

je in het kuipje hebt.

Ziezo

Ziezo! Ol(ijk)aertse rijmpjes,

telkens jij weer in de put zit:

lettergrepen plakken met pritt

én verdriet verdrinkt in geintjes!