Wilhelm Buschs rare vogel

Er zit een vogel op de lijm,
Hij fladdert zeer en komt niet vrij.
Een zwarte kater sluipt ertoe,
De nagels scherp, de ogen gloed.
De boom dan in en immer hoger
Komt hij de arme vogel nader.

De vogel denkt: Als dat zo is
En als mij toch de kater grist,
Zo wil ik echt geen tijd verliezen,
Wil nog een weinig kwinkeleren
En lustig fluiten als hiervoor.
De vogel, schijnt mij, heeft witz, hoor …

naar
Wilhelm Busch, Kritik des Herzens