in Stukjes

Verhuisbladen

De bladen vallen van de bomen. In de media het hele jaar door. Heb je geen papierberg nodig kan je het kwalijk geurtje vervangen door een keurmerk. Daarin wordt gesteld dat het dienblad van de informatiedrager komt uit goed beheerde bossen, gecontroleerde bronnen en gerecycled materiaal en dat het zeker is dat de productie niet heeft geleid tot bosvernietiging. Tarzan, wat een hoerwoudgeluiden! Love me, Jane.

In de kranten draait men nog wel eens gewervelde sukkeldieren, die men eens per jaar probeert te verkopen als aprilvis, maar er zijn tijden geweest dat de vismarkt de meest tweedehandse lezers had. De vis verdrinken in dagbladinkt. Maar tegenwoordig draait men er alles in.

Of de tijd nog geroken wordt van het kleine houten bakje aan de muur opgehangen met één schroef ter gepaste draaibeweging? Een vulgair kopie van een diepere sigarenkist, waarin het nieuws gesneden lag op de maat van een afleveringsbriefje van een wc-draaiboek. Zelfs toen kwam het oud nieuws al terug of opgefrommeld en terug gelijk gemaakt ter verzachting.

Kwam er volk dan oogde er al eens een wc-rol, maar de voor de rest aangewezen op de krantenbak. Iets vegen aan het nieuws is nooit veraf geweest. Nieuws met een hart kan nog, maar in de toiletdeur verdwenen. Met de wc-bril af worden de tijdingen nog steeds in de schoot geworpen.

De bladen zijn nerfachtiger geworden. Het gewicht van de tijd laat zich voelen. De uitgaven zijn verhuisbladen geworden. Permanente verhuisfirma’s  en natuurlijk ook van vuile lucht. Ze vervoeren niet exclusief de lezer, maar alles. De media van de grote waarheden zijn grootwarenhuis geworden. Supermacht in consumptie. Of elke lezer er iets aan heeft, dat is bijzaak gelijk de berichtgeving al eens dreigt te worden. Elk blad wil telkens zijn lezers verdienen. Of zich onmisbaar maken. Verslaven. Het is me wat. Ook escapisme.

De reclame voert regie. Wat je bijvoorbeeld zaterdags allemaal in je krant geduwd krijgt met bij- en kwijllagen. Boekjes om te hoeden, meteen als oud papier. Strotdank, dat je het zelf niet allemaal moet binnendoen of lezen. Van drukwerk gesproken. Gratis en voor niets.

Helaas, buiten ongevallen, pech of ziekten krijgen mensen graag iets. Als het maar voor niks is. Het stomunisme van het gratis. En of ze, de lezers, er echt iets mee kunnen doen? Variabel is de teller belangrijker dan de noemer of omgekeerd. Gegeven is gegeven en teruggevraagd is gestolen.

Gratis worst, aardbeien, friet, staaltjes van vrijgevigheid, of het het eerste exemplaar van een reeks koopjes. Boeken, cd’s, dvd’s, spullenhulp, frutsels en fratsen. Maar soms ook uitzonderlijke realisaties.

Gesmokkelde reclame, verborgen verleiders, product placement, infotainment van de eroverheid, mismeesterde af en toelagen, objectiviteitregels bijwijlen volgens een barcode van lichte zeden. Allemaal om de lezer extra te plezieren, de sector gezond te houden, omdat iedereen het doet.

De persdemocratie biedt lucht, krijgt genezersbrieven, netreacties waarvan fouten of krenkbeelden vaak meer opvallen. Steeds meer journalisten zitten liever aan de desk dan de kop in het nieuws te steken.

Waren de bladen maar meer voor het hart, minder voor het oud papier, papieren gezelligheid per aflevering, als vrienden die mogen kijven maar gretig leesbaar willen blijven.