De nacht heb ik ook pas later ontdekt, maar dat ik ook een boekuil zou worden heb ik nooit in mijn pluimgewicht gezien. Oehoe, wat allemaal in mijn eigen begint te pruttelen. Een malnaret.
Gisteren heb ik er weer gelegen. Boeken spotten. De boeken komen de oormuren uit en dan denk ik, die drie zijn mij de liefste, nee vijf, zeven, tien, twintig, honderd, duizenden. Nee, zat, als ik de titels ongewild dubbel zie. Dezelfde inhoud met een ander covertje, of een andere druk, dat is boekballet, op de toppen van mijn zin. Maar een bismiskoop, de bladeren ruisen je herfst nog kaler. Denkend aan de boekboekhouders die, bij de opening van een tweedehandsbeurs, hengstig binnenstormen, een nachtmerrieravage aanrichten, achter zich een indianentent op wieletjes nasleuren, waaruit ze pooksignalen seinen naar hun in oorlogskleuren, stresserende jood- of klootbrollega’s, in een hoekje wegkruipen van zichzelf, registers openklappen en zich ter plekke ontlasten.
Als ik naar een stad ga, weet mijn vrouw al dat er een De Slegte of betere boekhandel is, terwijl ik nog twijfel aan de boekdrúkkunst. Kan ik mijn zwarte-doos-boekje opendoen, dan licht ik op, voel ik het aan hart, keel of verstand. De symptonen van mijn hobbyberoepsziekte. Vingergeluk is de beste bijlegger. Boeken kopen per kilo en er geen gram spijt van hebben, tot daarna. Of je buiten adem lopen, met lege handen vertrekken en opgelucht zijn. Je hebt hier en daar, in het hele huis al een boekje staan, liggen, vallen, je kantoortje is ook al geboekt en je kan toch niet alles opkopen. Toch, elk boekje heeft zijn lookje.
Eens thuisgekomen krijg je ruggelings in de gaten dat er nog plaats voor was. Dat verdomd boekje had je nog wel eens parmantig gezet in de strandzetellezenaar van oranje, blauw, geel, roos en kleur verder na. Ironie is niet per uitzondering een boekensteun en boekverlaat, vergeleken met de omslagvertoning met de achterklap die er soms wordt uitgeflapt. Boekgevoelens kunnen uiteenlopen als danser of lapzwans, zoals er in Nederland een boekenbal is en in Vlaanderen een boekenbeursopening, waarbij de beau monde elkaar lelijk tegen valt. Maar de letterknechten lossen dat op overeenomstig de afabetisering in de vroegere vermicellisoep of de liplezende analfabeten tijdens het zoenen.
Plaats dat ik mijn boekentuin verder opruim, mijn boekentorentjes minder Pisa maak, alle boekenneuzen op één kant krijg, de boeken meer rek hebben, het zoveelste meubel. Later bij het oud papier gezet, ter letterlijke boekenrecyclage. Defintief een uiltje knappend.