Het speelt nog parten, het knorren valt mee, je was een varken met nu wat zwijnwee.
Je vader wou met jou naar Schwarzwald gaan
Je vader wou met jou naar Schwarzwald gaan. Eilaas kwam het er nooit van: altijd koekoek éénzang.
Wat kijk je naar dat leven op
Wat kijk je naar dat leven op, van dit is ja en dat is nee. Van zwarte sneeuw heb je een pop en dat gaat toch, veel langer mee.
Drupjes in de ogen doen
Drupjes in de ogen doen omwille van veel tranen.
In het gips gelegen
In het gips gelegen: jezelf op het verkeerde been gezet
Bovenbenen gedijen
Bovenbenen gedijen.
In ’t gras moeten bijten
In ’t gras moeten bijten of koe weten zijn, kent nog blij de mijten van het puberschrijn.